Al maanden praat Boer over niets anders dan het weer. Dit voorjaar gaat de boeken in als één van de koudste in vijftig jaar. Zo koud dat het gras niet wilde groeien. Na een paar warme dagen begin mei, kreeg het gras een opkalefater waardoor het gemaaid kon worden. Ware het niet dat het ging regenen en het niet lang genoeg droog bleef om te maaien.
Boer is altijd al een weer-fetisjist geweest, maar dit voorjaar bestudeert hij het weer grondiger dan ooit. Hij vergelijkt tien weersites tegelijk die vooral veel tegenstrijdige dingen voorspellen. Als hij echt wanhopig is belt hij voor acht euro Putto’s weerlijn. Dat klinkt voor mij als een weerfluisteraar of astro TV, maar het is een weerstrateeg met gedurfde prognoses voor de lange termijn.
We liepen op Hemelvaartsdag net in het Wooldse veen toen Boer naar de lucht keek en zei: “Ik loop op de verkeerde plek.” De zon brak door, in tegenstelling tot alle weersvoorspellingen. Met piepende banden reden we naar huis, Boer boekte de loonwerker voor het hakselen en inkuilen en sprong op zijn trekker om te maaien. Dertig uur later, vlak voor de wél voorspelde regen, lag het gras droog in de kuil. Een persoonlijk succesje voor Boer want hij is de eerste in de buurt die de eerste snee gras droog binnen heeft(snee, zo heet dat, daar kan ik niets aan doen). Een combinatie van een goede inschatting en risico nemen. Een boer in de buurt gokte een paar dagen eerder verkeerd: die heeft zeiknat gras ingekuild. Eerste pinksterdag was de redding voor veel boeren omdat ze konden maaien. Er zijn ook boeren met een voorzichtig karakter die het gras nog steeds niet binnen hebben; die wachten op drie kurkdroge dagen.
De kwaliteit van het gras neemt snel af. Van een slechte kuil gras heeft een boer de hele winter last, van een goede kuil plezier. Koeien die gras eten met de juiste voedingswaarde, leveren melk op de toppen van hun kunnen. Boeren die twee weken later zijn merken dat soms de hele winter aan een lagere melkproductie. Dat kost geld.
Op mondiaal niveau hangen weersinvloeden steeds meer samen en hebben gevolgen voor alle etende mensen. Het afgelopen jaar mislukte de oogst in grote delen van de Verenigde Staten door maanden van aanhoudende droogte. De melkproductie daalde daar in het eerste kwartaal van 2013 met 1,1 procent. Een gevolg is hoge prijzen voor graan, maïs en soja. Ook slinken de mondiale voorraden melkpoeder. Het aanhoudende koude maar droge voorjaar in Europa zorgt ervoor dat de melkproductie laat op gang komt. Normaal kunnen in een land als Frankrijk de koeien in maart naar buiten, ze eten fijn vers gras met hoge voedingswaarde en de melkproductie krijgt een piek. Als koeien later naar buiten gaan,(Boers koeien hadden ook pech) is de piek later of komt er niet. Dan is er minder melk dus minder producten. De vraag naar zuivel in opkomende landen groeit ongeveer met 2 procent per jaar. Een daling van 1 procent heeft dus grote gevolgen.
Krapte op de zuivelmarkt zorgt ervoor dat Boer een hogere prijs krijgt voor zijn melk. Per saldo heeft hij dus niets te klagen. Ware het niet dat hij het niet kan laten, want de mais ziet geel van de kou. Hij moet het misschien opnieuw laten inzaaien. En dat kost geld. U kent het spreekwoord: als de boeren niet klagen, is het eind der dagen.