Ik was laatst op een feestje op een mooie locatie in goed gezelschap. Een jonge dj verzorgde de muziek voor de, voornamelijk wat oudere gasten. Een bekende en ik verheugden ons erop om eens goed bij te praten. We schoven steeds een stuk verder weg van de boxen. Na een kwartier zei mijn gesprekspartner: ’Ik ga naar huis, ik kan me niet op het gesprek concentreren en ik heb keelpijn van het schreeuwen.’ Weg was ze en het was pas 23 uur. Ik snapte het volkomen; ik ga de laatste jaren steeds vaker vroeg naar huis vanwege geluidsterreur. Ik denk erover om de donderdagavond op de Varsseveldse kermis maar eens over te slaan. Vorig jaar ben ik gevlucht. Ik kwam de tent binnen en mijn oren draaiden zich om. In elke tent beukte een band en als die stopte, begon er een dj te blazen. En de meeste Achterhoekers houden niet van de Carpenters dus het ging er ruig aan toe.
Na een uur schreeuwen zocht ik Boer op om te vertellen dat ik naar huis ging. Ik moest de volgende dag optreden en kan het me niet permitteren om met een verrotte stem een moppie te zingen.
Ik vroeg aan een groepje jonge mensen of zij het geluid ook hard vonden. Jawel, ook de jongeren vonden het hard, maar ik kreeg als tip om ‘gewoon’ oordopjes in te doen. Toen lieten ze me hun oordopjes zien. Ik voelde een enorme generatiekloof oprijzen. Jongelui hebben standaard oordopjes in als ze naar kermissen gaan!
‘Is het een optie dat de muziek zachter gaat?’ ‘Nee, want het moet keihard, muziek moet je helemaal voelen trillen in je lichaam,’ gilde een meisje. ‘En met die oordopjes kun je elkaar goed verstaan,’ schreeuwde haar vriendin.
Als ik u niet zie op de kermis dit jaar: veel plezier. Of zo.