ZZP, OH NEE!
Ik krijg vaak de vraag: ‘Waarom werk je zoveel?’
Ik ben als zzp’er altijd bezig met financieel hamsteren voor slechte tijden.
Voor als ik lang ziek word of het niet volhoudt tot mijn AOW.
Ik hoop dat het me fysiek lukt om uren in files te staan en met geluidsapparatuur en decors te blijven slepen, maar ik ga er niet vanuit.
Corona had ik niet begroot. Al mijn opdrachten zijn afgezegd en er komt geen geld binnen.
De culturele sector is sowieso geen vetpot. Wat creatievelingen horen is: ‘We hebben 100 euro,’ ‘Het is toch je hobby,’ en ‘Zo duur? Een optreden is maar 1,5 uur!’ Ze vergeten het reizen, opbouwen, schrijven, repeteren, website en administratie bijhouden, investeren in microfoons, regisseur en decor.
Een vriendin in loondienst zei ooit: ‘Ik blijf deze week thuis om uit te zieken.’
Voor mij ondenkbaar. Geen werk is geen geld en er zijn collega’s van mij afhankelijk.
Ik werk door, met migraine, gebroken voet en pijn.
Een collega werkte door tijdens zijn chemokuren en stond te kotsen voor we moesten optreden, in de pauze en daarna. Op zijn tandvlees en adrenaline.
Mijn beroep is mijn keus, daar klaag ik niet over. Ik had net als mijn middelbare schoolvrienden rechten kunnen studeren en het dubbele verdienen.
Zzp’er worden was geen keus.
Ik zou graag in loondienst zijn maar dat bestaat niet in mijn branche. Een gênant detail: zzp’ers betalen elkaar snel omdat we weten dat de kachel moet roken. Op betalingen van klanten, vooral overheidsinstanties, moeten we soms maanden wachten.
Ondernemers krijgen gelukkig bijstand, maar minister Wiebes’ uitspraak ‘Zzp’ers hebben zelf gezegd dat ze geen vast dienstverband willen. Deze mensen hebben bewust dat risico genomen’ was onnodig kwetsend. Het klonk totaal niet saamhorig.