Ik ben in Italië, op bezoek bij mijn broer en schoonzus die hier wonen.
Voor Italië woonden ze in New York, waar ze fietstours organiseerden.
Hoe vervelend de afstand tussen ons ook was: het was een prachtig reisdoel en afstanden waren er om te overbruggen.
Vooral mijn broer werd gek van de prikkels in New York en wilde weg. Het werd het Italiaanse platteland. Ook mooi, want er is geen heerlijker vakantieland dan Italië. Dus daar vlogen we ook met z’n allen gezellig heen. Broer en vrouw komen regelmatig naar Nederland, dus zo ging het goed met het contact.
Tot voor kort profiteerden we onbekommerd van onze leuke vakantiebestemmingen. Tot corona en vliegschaamte ons leven binnen vlogen.
Toch wilde ik graag een weekje op bezoek.
Boer (niet te verwarren met Broer) wilde niet vliegen en zeker geen 1500 kilometer rijden. In de trein met mondkapje was ook geen optie. Een vriendin wilde wel mee en het plan was om te gaan rijden. We haakten af toen we een veel te goedkoop vliegticket vonden.
De vlucht was niet relaxed, ook al was het vliegtuig halfleeg. Een man voor me begon te hoesten, waar een medereiziger boos van werd: ‘U mag niet vliegen met klachten.’ De man zei: ‘Ik ben allergisch.’
Een andere man deed zijn mondkapje af, waar meerdere passagiers agressief van werden. De stewardess had het druk met sussen.
Meer dan van het mondkapje en de spanning of code geel in code oranje zou veranderen binnen een week, had ik last van vliegschaamte.
Ik trok een blik cognitieve dissonantie reductie uit de kast ( Ik eet niet elke dag vlees, dus mag ik af en toe vliegen, kortom: een potje naar mezelf toelullen) om mijn vliegschaamte eronder te houden.
Het lijkt me beter dat mijn broer en schoonzus gewoon weer in Nederland komen wonen. De lol is er vanaf.