Ik hoor het me nog zeggen: “Na corona doe ik nog maar één ding tegelijk en ik speel alleen nog twee voorstellingen op één dag als de locaties dichtbij elkaar liggen.’’
Mijn collega’s en ik zeiden vaak cynisch tegen elkaar “Gelukkig krijgen we er zoveel voor terug” als we ’s nachts in de weer waren met geluidsapparatuur en decors. Nee, ik zou wat leren van deze pandemie.
Ik blijk totaal niet te vertrouwen. Na de versoepelingen stromen de last-minuteaanvragen binnen: “Het is kort dag, maar heb je een voorstelling voor onze directeur die met pensioen gaat?”
“Hebben jullie een kindervoorstelling over de olympische spelen?’’ Tuurlijk.
En zo speelde ik twee voorstellingen op één dag, in Hoek van Holland en Doetinchem, en pakte alle files mee. Af en toe zegt een stemmetje: “Wat had je nou met jezelf afgesproken?’’ Ik heb mijn antwoord klaar:
Ja maar, je krijgt zoveel terug van de kids!
Ja maar, cabaret op maat, live!
Bij een lezing, tussen de middelbare mensen, zat een jongen in het publiek. Hij stelde een vraag: “Waarom kocht Boer in de droge zomers geen beregeningsinstallatie?’’ Na afloop kwam hij met mijn beide boeken aan. Of ik ze wilde signeren: “Ik houd niet zo van lezen maar dit vind ik mooi. Mijn vader is ook boer. Gelukkig mocht ik bij Nederlands uw boeken bespreken. Hier zijn de uittreksels.’’ Een dag later kreeg ik een app: “Mijn dochter maakte voor Nederlands een enjambement over jouw boek. Ze kreeg een goed cijfer😊!” Ik citeer de eerste regels:
Uitgemolken
Westerse vrouw ontmoet Achterhoekse boer
Het grote verschil tussen de stad met veel rumoer
Ik kon wel janken, zo lief vond ik de tieners. Ik sta op hun literatuurlijst. Straks hangt mijn poster boven hun bed. Ik krijg er veel voor terug. Zeker weten.