Ik zat afgelopen weken veel in de auto. Ik verheugde me op de radioweerman: hij werd met de dag opgewondener omdat het record zonuren in maart kon sneuvelen. Op vrijdag was het zo ver: “Het is officieel! Maart 2022 heeft nu al meer dan 208 zonuren: het record van maart 2014. Het record is verpulverd!’’ Hij huilde bijna van geluk. Daarna werd hij serieus: ‘’We leven boven onze stand: het wordt kouder en er komt regen.” De presentator was teleurgesteld: ‘’He, jammer, daar zitten we niet op te wachten.’’
Dat ‘We’ geldt niet voor boeren. Boven je stand leven is nooit goed. Want het is ook al lang droog en regen is nodig. Bij Boer borrelen de oud-Hollandse spreuken op: ‘’Droge maart en natte april, dat is wat de boer graag wil.’’ Na een natte februarimaand stonden de plassen in het weiland. Het werd zelfs onze gemoedelijke hobbykoeien te gortig. Ze renden de stal in toen we de stal opendeden. Eindelijk droge poten en droog voer. De zonuren kwamen als geroepen. De zonnepanelen op de stal leverden heel veel stroom op. Inmiddels wekt 1 op de 3 Nederlandse boeren energie op met zonnepanelen: in 2019 50% meer dan in 2018.
De plassen trokken weg en de mest werd op het land gereden. Boer teelt gewassen voor andere boeren. Dit jaar voor het gerst. Vanwege verduurzamingseisen zaaien boeren steeds meer granen ter vervanging van krachtvoer. Door de stijgende graanprijzen neemt dat sterk toe. Normaal levert graan hier te weinig op, omdat consumenten brood van Nederlandse tarwe niet erg waarderen.
Onder druk wordt alles vloeibaar. Ik hoorde een bakker op de radio zeggen: Ik bak steeds meer met Hollandse tarwe, door de voedselcrisis maakt het consumenten minder uit: ons brood is ook prima te eten.”
We moeten inderdaad stoppen met boven onze stand te leven.