Toen ik door de lockdownbeperkingen niet kon optreden, zag ik fileloze snelwegen op televisie. En toch draaide de BV Nederland door. Veel mensen bleken thuis te kunnen werken. Eureka! Ik wist het zeker: als alles weer normaal was, zou ik voortaan met anderen, die net als ik met busjes vol spullen op pad moesten, ongehinderd door het land reizen.

Die droom bleek een illusie: ik worstel me via verstopte verkeersaders en infarcten door het land. Ik hoor dagelijks op de radio ‘De files zijn langer dan gebruikelijk’ en ‘Het is de drukste avondspits van het jaar.’Toen ik begon met optreden, combineerde ik vaak twee opdrachten op één dag, op verschillende locaties. Ik moest in filetijd extra tijd rekenen, maar nu is dat onhaalbaar geworden. Files zijn inmiddels een reden om nee te zeggen tegen werk. Ik vroeg collega’s voor opdrachten die daar het best bij pasten: de een zingt of speelt beter; een ander snapt bedrijfstaal. Nu selecteer ik op woonplaats. Of ik kies voor de collega die bereid is om een hotelovernachting uit eigen zak te betalen. Of voor degene die ’s morgens om 5 uur vertrekt, twee uur te vroeg is en in de auto verder slaapt. Er is een geniale pianist die ik alleen vraag als we tussen 12 en 14 aanwezig moeten zijn. Die rekent te weinig extra reistijd. Dat levert stress op. Donderdag deed ik 3,5 uur over een rit van Utrecht naar de Achterhoek.  Gekantelde vrachtwagen. Alles rond Arnhem liep vast.

Vrijdag werd ik gebeld of ik een cabaretklus kan doen in Eindhoven. Om 9 uur ’s ochtends. Vroeger begon ik enthousiast te brainstormen met de opdrachtgever en borrelden er creatieve ideeën op. Nu is het eerste dat ik vraag of het later kan en of er budget is voor een hotel.  Ik zet mijn creativiteit vooral in om van A naar B te komen.