Boer en ik bezochten een oldtimerevenement, waar we trekkers en landbewerkingsmachines bewonderden uit de goede oude tijd. Boer zag een nog werkende aardappelrooimachine en beeldde met beide armen zwaaiend uit hoe het apparaat werkt: “Die flip schept de aardappel omhoog, voor die tijd moesten boeren dat doen met een greep.’’ Bij de zelfrijdende onkruidwiedmachine: “Dit was revolutie! Het nam zwaar werk over. Boeren in oma’s tijd liepen allemaal krom.’’ Ik zag ineens overal mannen met maaiende armen uitbeelden hoe voedsel vroeger van het land werd gehaald. Boer stopte uitgebreid bij een trekker met een kar vol melkbussen erachter: “Mijn vader bracht melkbussen met een karretje naar de weg. Ze werden door paard en wagen met een platte kar opgehaald. De melk werd geleverd aan een fabriekje in de buurt.’’ Boer heeft geluk dat zijn ouders het aandurfden om in 1978, met vreemd kapitaal te investeren in een ligboxenstal en melkput. Als hij had moeten boeren, zittend op een melkkrukje zoals vader de eerste jaren, was dat fysiek niet lang goed gegaan. Boer schafte in 1995 een hydraulisch voerhek aan. Boer had toen al last van zijn rug en moest lichamelijk werk zoveel mogelijk mechaniseren. Technologische vooruitgang gaat altijd door: jonge boeren investeren in melkrobots om hun lichaam te sparen. Innovaties helpen ook bij de verduurzaming van gewassenteelt: er wordt volop ingezet op het door ontwikkelen van veldrobots die met lasers onkruid wegbranden.  Toen we het evenement verlieten concludeerde Boer: “Boeren hadden het vroeger fysiek zwaarder, maar nu is de mentale druk veel hoger, omdat regels steeds veranderen en je niet weet waar je aan toe bent.” Ik vrees dat er geen machines komen die die geestelijke druk kunnen weghalen.