Ik ging als jongeling vaak met mijn ouders naar de 4 mei herdenking op de Dam. Ze hadden de Tweede Wereldoorlog meegemaakt en dat was indrukwekkend genoeg om bij stil te staan. Een van de laatste keren dat ik op de Dam stond was de Damschreeuwer van de partij. Gelukkig stond ik achteraan omdat ik altijd weg moet kunnen. Helaas ben ik bang voor de mensheid en vertrouw ik onze soort nooit helemaal.
Niets in mij wilde dit jaar naar de Dam. Vrijheid van meningsuiting in de vorm van gepolariseerde protesten: dat leek me te spannend. En zo wordt de vrijheid van de een, de onvrijheid van een ander. Verbale bedreigingen, ongenuanceerde meningen, keiharde oordelen: we vinden dat we alles maar mogen zeggen. Je hoeft wat mij betreft niet alles uit te spreken wat in je opkomt. Journalist Nico scheepmaker zei ooit: “Je moet wel alles kunnen zeggen, maar je moet niet alles willen zeggen.”
Toen een bekende vriendin op TV was, las ik vreselijke dingen over haar. Waarvan “Dom wijf,’’ en “Kan ze niet dood?” nog aardige reacties waren. Ze was compleet van slag. Waarom zou je iemand zo willen kwetsen? Gewoon, omdat het kan?
Influencers die hun vrijheid van meningsuiting misbruiken om desinformatie te verspreiden over periodieke onthouding om zwangerschappen te voorkomen met als resultaat een stijgend aantal abortussen onder jonge meiden, mogen wat mij betreft flinke boetes krijgen. Nepnieuws verspreiders (gevaarlijke lui die mensen tegen elkaar uitspelen) moeten naar een heropvoedingskamp waarin voortdurend nepnieuws over henzelf rondgaat. Eens even kijken hoe dat voelt. Heel kinderachtig. Oog om oog, tand om tand. Maar het Bijbelse Thoragebod der naastenliefde “Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doet dat ook de ander niet,’’ blijkt echt te hoog gegrepen voor de mensheid.