Via via hoorde ik dat iemand een map met columns van mijn hand had afgegeven bij het Euregionaal Historisch Documentatie Centrum (EHDC) in Aalten. En dat ik de map kon ophalen als ik interesse had. Ik snapte er niets van. Wie zou mijn columns nou verzamelen en ze hebben afgegeven? Ik ging naar het EHDC en kreeg een map overhandigd met bijna vijfhonderd columns erin die ik schreef voor deze krant tussen 2013 en 2024. Keurig gekopieerd en in plastic mapjes gestoken. De eigenaar bleek een 94-jarige meneer te zijn die vaak in het documentatiecentrum kwam. Hij was kleiner gaan wonen en kon niet alles meeverhuizen.

Het ontroerde me. Ik heb altijd plakboekouders willen hebben, maar dat zat er niet in. Zelf vergeet ik mijn stukjes uit te knippen en Boer is ook geen plakboekman. Mijn zus vraagt weleens of ik mijn columns kan inscannen en doorsturen. Als ik er al aan denk, is het meestal niet leesbaar en daarna ben ik alweer gevlogen en komt het er niet meer van. Een kwestie van tijd en prioriteit.

Ik ging ervan uit, om privacyredenen, dat ik niet te horen zou krijgen waar de meneer woont. Maar een medewerker wist zeker dat de meneer het zou waarderen als ik langskwam om hem te bedanken. Met een groot paasei en een koeienkaart belde ik aan. Meneer en zijn vrouw waren thuis. Ik stelde me voor. Na hun verbazing over dit onverwachte bezoek, mocht ik binnenkomen en ontstond er een bijzonder gesprek. Meneer bleek nog een ijzersterk geheugen te hebben, wist dat ik uit Haarlem kwam, vroeg of Boer zich vermaakte zonder melkkoeien en of we nog Brandrode koeien hadden. Daarna vertelde hij over de Tweede Wereldoorlog en de geschiedenis van Aalten. Wat een levendige geest. Ik bedankte hem uitvoerig.

Dankzij een attente lezer heb ik toch nog een map vol verhalen over mijn eigen leven.